Esperanto

Op de woensdagmiddagen was er cursus van docente Middelkoop. Als student mocht je via het weekblad van de ASVA inschrijven voor cursussen en lezingen op alle gebieden. Daarmee werd je door de hele stad Amsterdam gestuurd.

Ik kan me een lezing taalwetenschap herinneren, waar de klinkerdriehoek werd uitgelegd en gezegd dat Amsterdams spraakgeluid de A en de E langwerpige gebieden naast elkaar waren en in utrechtse spraak de A en de E kleine ronde gebieden waren die qua hoogte verschillen. Daardoor is de mogelijkheid ontstaan om een van de twee, of beiden te laten opschuiven en qua links en rechts van plaats te veranderen.

Zelf heb ik in Bennebroek een lezing gegeven over Esperanto, met ook veel invloed van Sausure, die niet alleen exact wetenschapper was, maar zich ook met alpha bemoeide. Zo zijn volgens hem letters twee dingen een symbool (signifiant=het betenende=b.n,) (hoe schrijf je het?) en een betekenis (signifie=het betekende=z.n.) (hoe zeg je het?) heb ik daar uit gehaald, maar dat kan best verkeerd zijn, want op alpha vlak ben ik niet zo loepzuiver. Reichenbach kan wel loepzuiver het verschil vertellen tussen de twee verleden tijden in het Frans.

Esperanto als wereldtaal zal het wel niet worden, vooral ook vanwege een politiek tintje wat er mee geassocieerd wordt; klopt helemaal niet, maar ja er zijn meer dingen die niet kloppen in de menselijke manier van denken, van doen ook trouwens!

De toekomst van Esperanto ligt volgens mij in vertalen. De taal is zo exact, dat als er eerst vertaald wordt naar Esperanto en vandaaruit naar een andere taal, dan komen er minder fouten in vertalingen.

Waarom? Nou zelfdstandige/ bijvoegelijke naamwoorden en tijden zijn zo logisch consequent, dat wil je niet geloven. Redekundig en taalkundig ontleden zit in de taal ingebakken en kent geen uitzonderingen: rijtjes met moeilijke woorden en onregelmatigheden zijn in Esperanto taboe.

Uit 20 bladzijden van een cursusboek van J. de Cansas heb ik  500 items in Acces ingetypet en daar zijn wel 3000 of meer woorden mee te maken.

Als u probeert de kolommen te begrijpen: zelfstandige naamwoorden hebben een o, meervoud een j, tegenwoordige tijd as verleden tijd is. Ik zeg expres niet eindigen op omdat er nog meer voegsels mogelijk zijn: bijvoorbeeld in voor vrouwelijk en j voor meervoud et voor groot.

Ik hoop dat deze acces les kennis over Esperanto verbreidt.

JM alias Max Sorteervermogen Haarlem 25 april 2023  

26 april Vertaling nederlands engels toegevoegd.