Tijdens mijn studie was er om te beginnen Albert de Ruiter, die recentelijk is overleden. Met hem heb ik analyse vraagstukken aangevallen op de woesdagmiddag practicum! Verder waren het vierkleuren probleem en het vermoeden van Fermat nog niet opgelost. Bewering wordt gedaan dat dat nu wel bewezen stellingen zijn.Ik heb deze bewijzen niet gevolgd.Grafentheorie en getaltheorie wilde ik niet als hoofdvak maken.Differentiaalmeetkunde heb ik wel gesolliciteerd bij Prof. Dijkgraaf,die minister van onderwijs is geworden,maar dat is jammergenoeg niet doorgegaan. Mijn hoofdrichting mathematische physica gaf geen doorslag.
Professor Lauwerier was wel over mij te spreken: hij vond mijn vermoeden dat zwaartekrachtfluctuaties zich verplaatsen met de lichtsnelheid en daarom: "we worden aangetrokken door objecten waar we ze ook zien"
erg leuk. Professor Lauwerier heeft basicprogramma's gepubliceerd in tijdschrift: Natuur en Techniek.
Dat tijdschrift had leuke puzzels waarvan ik er zoveel heb opgelost dat ik hoog in de ladder stond, maar toen officieel werd aangekondigd dat kritiek op relativiteitstheorie niet werd geaccepteerd in 1993 november nummer als ik het goed heb, heb ik het tijdschrift de rug toegekeerd.   
Zo blijft er nog maar een vermoeden over: het vermoeden van Goldbach: 
ieder even getal groter dan 6 is te schrijven als de som van twee verschillende priemgetallen.Daar heb ik pogingen in ondernomen, maar daar blijft het bij. Prachtig mooi zo een vermoeden met een enorme ruimte aan mogelijkheden.

Nu is basis van wiskunde het voortdurend betwijfelen: Bewijzen van stellingen lezen en kritisch volgen met het oogmerk er fouten in te vinden.Want als een bewijs fout is wordt de stelling gewoon weer alleen een vermoeden en is er dus het wachten op het hoogstwaarschijnlijke nieuwe bewijs. Een stelling die zelf
fout is zou baanbrekend zijn. 
Kortom in de wiskunde betekent een fout bewijs nog niet dat de stelling fout is.   
Dat snappen mensen niet en zelfs docenten: Bij het bewijs van de oplosbaarheid van een labyrinth (wederom grafentheorie constateerde ik dat de helft van even of oneven ribben niet altijd zomaar een punt oplevert,
maar ik moest mijn mond houden. Natuurlijk is ieder eindig labyrinth met in en uitgang oplosbaar. Dat noem ik volg de tocht. Ik heb een hekel aan open ramen en tocht, maar je kan daarmee wel de oplossing uit een labyrinth vinden...

Zo heb ik mijn twijfel losgelaten op de kleinste macht van het vermoeden van Fermat en daar een programma 
voor geschreven.Skub.bas een qb64 programma voor de derde machts-wortel uit de som van twee derde machten.

oftewel x^p+y^p=z^p, met p=3

of liever de fout is:(z^3-x^3-y^3)/z^3= 1-(x^3+y^3)z^3+fleps.

Computer maakt geen fouten heeft een maar: als er niet fout geprogrammeerd is.
Dus: computer maakt geen fouten, maar de programmeur soms wel. Meest voorkomende fout is een foutmelding 
waarvan de tekst niet klopt met wat er mis is. Tijdens het programmeren gebruik je gewoon een of andere 
foutmelding als debug, als het een officiele foutmelding wordt moet de tekst goed aangepast worden!

De droom is zo nu en dan dat er een tegenvoorbeeld volgt voor de stelling van Fermat voor p=3, die is voor 
99,9 procent onmogelijk. Zo zuiver als je aluminium kunt maken in tegenstelling tot andere metaallegeringen.

Opvallend is wel dat de fout erg klein is als z een macht van 2 is!

Haarlem, 29 juli 2023 


In de zomer van 2024 heb ik een 53 tonen orgel geprogrammeerd. Een hele toon (9/8) is negen stappen. Zes van 
deze zou 54 geven, dus is er een 8 stappen(10/9). Dat combineert met een 9/8 tot 5/4. Ergo een oktaaf bestaat 
uit vier hele tonen en 5/4. De breuk die ontstaat is 32805/16384, de rek van een oktaaf. Het 31 tonen orgel zorgt ook voor een mooie 5/4, maar het 53 tonen orgel snapt 5,6,7,8,9,10 verhouding respectievelijk 14,12,10,9,8 stappen.
Haarlem 3 december 2024