Het beoefenen van elektronica bevat veel onderdelen: Techniek:

slopen (=kennen) Wil je een apparaat repareren, of gaat het om de onderdelen? Uiteindelijk is het kennis der techniek vergaren.

meten (=weten) Krijgt een apparaat voeding (Volt), loopt er stroom (Ampere), hoe hoog is de weerstand (Ohm)? Als het antwoord daarop respectievelijk ja, ja, redelijk is en het apparaat doet niet wat je wil dan is het stuk. In andere gevallen betreft het batterijen (connectors schuurpaiertje), zekeringen, bekabeling of adapters en dan heet het repareerbaar.

solderen en etsen (=kopen en hopen) Bij elkaar zoeken van de benodigde onderdelen en de rest aanschaffen. Geduld is een schone zaak, maar op een bepaald moment soldeer je alles aan elkaar en: een kortsluiting heeft te veel (kleine weerstand of 0 Ohm) en een los kontakt te weinig (grote weerstand) verbinding! Kortsluitingen wegsolderen en losse kontakten doorsolderen.

afwerken (=moeilijk) Kast met schakelaars, potmeters en connectors (keuze mbt tot stekkers en snoeren) met hun aanduiding!

testen (=ook moeilijk) Plaatsen met soms een los kontakt (=kink in de kabel) zijn heel vervelend. Het werkt half...

demonstreren (moeilijkst) Snoeren aanbrengen, praten en testen tegelijk.

Opslag: Gereedschap en meetapparatuur, onderdelen, gemaakte schakelingen.

Administratie: Bij gemaakte schakelingen hoort documentatie en informatie. Om deze op volgorde te krijgen heb ik deze ingedeeld in 26 hoofdstukken. Hoofdstuk 18 is de beeldmicrofoon. De gegevens staan in schriften op jaartal en her en der op post-its, A4 enz. A4 kan op twee zijden beschreven staan, toch heb ik besloten te gaan knippen en plakken. Zo is er een ordner: "Geknipt" ontstaan. De schakelingen hebben nummers gekregen bij de hoofdstukken en ieder een eigen informatieblad in een andere ordner: de 51 uitvindingen.

Vooruitblik op het boek geknipt: het eerste hoofstuk Gray-code of een filmpje trommel-code

.